Oké, stel je voor: je kruipt achter het stuur van Mario (of een van zijn excentrieke vrienden) in Mario Kart 64, een kart-racegame uit ’96 die nog steeds zo vers voelt als je eerste bak friet. Het draait allemaal om lekker gas geven, driftjes maken die soms meer lijken op slippen (serieus, wie heeft dat getest?), en natuurlijk die iconische itemboxes scoren die je race compleet op z’n kop kunnen gooien.
Bestuur is simpel maar briljant: met de Nintendo 64-joystick stuur je door kronkelige baantjes, waarbij het perfecte moment om te driften het verschil kan maken tussen podium en modderpoel. En ja, die drift is een beetje zoals proberen je fiets te houden op een gladde stoep—je gaat misschien omver, maar hey, het ziet er cool uit en soms werkt het gewoon. Met de knoppen geef je gas of trap je op de rem, en vergeet de itemknop niet, want zonder die power-ups is het gewoon een heel saaie race.
Over power-ups gesproken: deze zijn het geheime wapen van elke speler. Pak een paddenstoel voor een turbo-boost (want wie wil er nou traag zijn?), gooi een banaan neer om de tegenstander in de soep te laten lopen of lanceer een groene schild om een aanval af te weren. Het is een chaotische strijd vol onverwachte momenten—je denkt dat je veilig op kop ligt, en BAM! een blauwe schild komt uit het niets en stuurt je regelrecht in de vangrail. GG, toch?
Elke personage heeft z’n eigen vibe: Mario is de allrounder, Luigi misschien net wat trager maar wendbaarder, en dan heb je nog de zware jongens die wat langzamer optrekken maar na verloop van tijd wel lekker doorstampen. Je voelt ‘m al aankomen: keuzes maken is belangrijk, want je karakter bepaalt deels hoe je die bochten neemt en welke snelheid je kunt vasthouden.
En dan is er natuurlijk de multiplayer waar je met je vrienden kunt strijden om wie de ultieme kartkampioen wordt—of wie het hardst kan vloeken omdat die banaan precies op het verkeerde moment onder je wielen ligt. Echt, Mario Kart 64 is die nostalgische trip waarbij je je jeugdherinneringen oppoetst met een flinke dosis chaos en lol, en stiekem hoop je dat die blauwe schild nooit jouw kant op komt (maar je weet dat ‘ie dat wel doet).