6

Delta Force Airborne

0/5(stemmen: 0)📅2025 May 25
Delta Force Airborne

Delta Force Airborne is alsof je met je toetsenbord in een échte militaire operatie belandt en nee, hier is geen CTRL+Z voor als je teamgenoot weer eens een clumsy move maakt. Met WASD rijd je als een soort digitale commando door de maps, terwijl je met M2 mik en M1 schiet. Dacht je dat multitasken lastig was? Probeer dan maar eens je vijand te raken én tegelijk met je squad te overleggen zomaar effe wisselen van wapen met de cijfers 1 en 2 erbij, voelt dan opeens aan als een mini Fortnite dance.

De teamgerichte gameplay hier is het echte goud. Je speelt niet zomaar solo rond, maar bent onderdeel van een heuse tactische eenheid, waarbij elke klasse z’n eigen rol heeft (denk: sniper die je achter de vijand plaatst terwijl de medic je weer levend pompt). Een beetje coördinatie en babbelen met die gasten kan namelijk het verschil maken tussen “GG” en “Game Over, mann!”.

Wat me ook opviel, is hoe elke map voelt als een eigen beestenboel. Van open velden waar je elke hoek goed moet scannen, tot gesloten ruimtes waar je waarschijnlijk een paar keer vroegtijdig kunt respawnen (grapje, niet echt heel vroegtijdig). Het verkennen voelt soms alsof je op zoek bent naar je sleutels die je waarschijnlijk onder de bank hebt laten vallen: simpel, maar je weet dat er altijd een onverwachte vijand ligt te wachten.

Oh, en eerlijk? Het menu is ook zo'n easy-peasy zaak met een druk op P serieus, zelfs ik kon het zonder handleiding vinden. De controle op mobiel? Automatisch richten en schieten, dus zelfs tijdens het wachten op de bus kun je vijanden wegvlammen. Je zou bijna denken dat ze het speciaal voor onze korte aandachtsspanne hebben ontwikkeld.

In ieder geval, als jij iemand bent die van knallen, slimme tactieken en een beetje chaos houdt (wie niet?), dan is Delta Force Airborne misschien wel je volgende digitale battlefield. En onthoud: eerste potje met je team spelen was bij mij... laten we zeggen, een interessante kwartier vol ‘misschien niet zo tactisch’. Maar hé, oefening baart kunst, toch?