Oké, stel je voor: je bent Baby Hazel, een hyperactief mini-mens die de zomer niet zomaar over zich heen laat komen. Nee, deze kleine avonturierin duikt kopje onder in een zomer vol zon, zand en snacks. Baby Hazel Summer Fun is eigenlijk het soort spel dat je van een online educatief kidsgame verwacht, maar dan zonder dat het voelt alsof je school in je scherm hebt. Serieus, het is alsof je een digitale speeltuin binnenstapt, waar de zon altijd schijnt en je elke keer wel iets moet fixen om Hazel blij te houden.
Het hele spel draait om het helpen van Hazel met allerlei zomerse dingetjes. Denk aan je point-and-click skills aanscherpen terwijl je zandkastelen bouwt die niet in elkaar zakken (zoals mijn geduld meestal doet), of een picknick voorbereiden zonder dat die eindigt in een miereninvasie wat, geloof me, een grotere uitdaging is dan je denkt. Je klikt dus op van alles in de omgeving om te ontdekken wat je kunt gebruiken, en elk item heeft z’n eigen verrassing. Het is net alsof je in een soort digitale schatzoektocht zit, maar dan met minder draken en meer zonnebrandcrème.
En dan zijn er de mini-games en puzzels, want ja, zelfs voor zo’n kleine meid als Hazel is het niet alleen maar koek en ei. Soms moet je echt even nadenken hoe je een klus klaart, wat best knap is voor de doelgroep en geloof me, ik probeerde het craften onder de knie te krijgen, en het eindigde in een puinhoop die MasterChef waardig is. Maar goed, hier draait het om simpele, intuïtieve acties die eigenlijk iedereen kan volgen: klik, help Hazel, en zie die glimlach verschijnen als beloning. GG, zou ik zeggen.
Dus, als je zin hebt om een middagje begeleider te zijn van een peuter die de zomer 100% wil benutten zonder dat het chaotisch wordt (oké, soms is het dat wel, maar kom op, dat hoort erbij), dan is Baby Hazel Summer Fun een prima keus. Het is als die perfecte zomerdag die je nooit vergeet, maar dan zonder de muggen en het kwijl hoewel, die laatste is waarschijnlijk alleen van Hazel zelf. Kortom, een vrolijke, leerzame trip die zelfs de grootste game-noobs onder ons makkelijk kunnen volgen. Wie had dat gedacht?