Oké, stel je voor: jij bent een pixelige dinosaurus die niet bepaald een relaxte zondagwandeling maakt, maar keihard rennend probeert te overleven in een wereld die meer vol zit met cactussen en rotsen dan mijn inbox met ongelezen mail. Welkom bij Dinosaur Run, de eindeloze runner waar reflexen en timing letterlijk het verschil maken tussen leven en “game over, try again”.
Het idee is simpel (zoals de meeste goede dingen): ren zo ver mogelijk, ontwijk alles wat je pad kruist van stekelige cactussen tot andere prehistorische wezens die blijkbaar niet zo'n fan van jou zijn. Het is een beetje alsof je elke ochtend je koffie probeert te pakken zonder je bureau onder te knoeien, maar dan 100 keer sneller en met meer gevaar. En geloof me, dat rennen gaat niet langzaam; de snelheid bouwt op, en net wanneer je denkt “dit heb ik onder controle”, gooit het spel er een extra rotsblok of vijand tegenaan. Serieus, wie heeft dit getest?
Wat ik verrassend fijn vond, is het eenvoudige besturingssysteem. Met een paar toetsen maak je je dino springen of juist bukken. Geen ingewikkelde combo’s, gewoon pure reflexen en timing precies zoals het hoort in een game waar elk milliseconde telt. Het voelt bijna alsof je een kat bent die net te laat doorheeft dat er een stofzuiger aankomt. Je weet wel, dat moment van paniek gevolgd door een sprong die nét niet hoog genoeg is.
Maar wacht, er is meer dan alleen blind rennen en ontwijken. Terwijl je overleeft, verzamel je coins en power-ups (ja, dinos kunnen ook bling). Die kun je inwisselen voor nieuwe dino’s of tijdelijke boosts die je nét dat extra zetje geven om die highscore te breken want wie houdt er nou niet van een beetje virtuele swag? Het systeem zorgt ervoor dat het niet alleen maar een sprintje is, maar een beetje een mini RPG-momentje krijgt, waar je langzaam maar zeker beter wordt en meer opties krijgt. Ik probeerde het craften onder de knie te krijgen en het eindigde in een puinhoop die MasterChef waardig is, maar hé, jij hebt misschien meer geluk.
En geloof me, die eerste boss fight in m’n hoofd (lees: die net iets te snelle rotsblok-achtervolging) zorgde ervoor dat mijn toetsenbord bijna de kamer uit vloog. Maar dat is precies waarom Dinosaur Run zo verslavend is: het is die perfecte mix van “ik kan dit” en “nee, dat was mijn laatste leven!”. Dus, ben jij klaar om je innerlijke T-Rex los te laten? GG, en ren die records maar kapot!