Oké, Worms.Zone, oftewel het spel waarin je een worm bent met één doel: groter worden dan al die andere kronkelende wratten in de arena. Je begint als een klein, onschuldig wormpje (serieus, bijna zielig) en moet je snel volvreten aan allerlei kleurrijke snacks en fruit die overal liggen te wachten. Het voelt een beetje alsof je in een gigantische salade hebt beland en de dressings zijn allemaal jouw vijanden—maar dan met meer gegil en gekronkel.
Het bewegingensysteem is zo simpel dat zelfs je oma het kan spelen, maar toch vergt het wat skills. Je stuurt je worm met de pijltjestoetsen of op je touchscreen, waarbij je als een soort slalommende ninja tussen andere wormen door moet glippen. Want geloof me, die grotere wormen zijn niet hier om knuffels uit te delen; als ze je te pakken krijgen, ben je de hap. En dat wil je niet.
Wat echt tof is, is de manier waarop je worm groter wordt naarmate je meer eet. Maar hier komt de catch: hoe langer je wordt, hoe lomper je beweegt. Het besturen van zo’n kronkelig slangetje verandert al snel in een comedyshow vol botsingen tegen muren en eigen staart—serieus, wie heeft dit bedacht? Het is een beetje alsof je probeert te dribbelen in een te lange broek. Super frustrerend, maar ook hilarisch.
Daarnaast zijn er power-ups die je tijdelijk een boost geven. Denk aan turbo-speed of wat onoverwinnelijkheid, waardoor je net dat stukje extra OP bent en je tegenstanders met een grote grijns achterlaat. Ik probeerde het craften van tactieken onder de knie te krijgen, en het eindigde in een puinhoop die MasterChef waardig is, maar hé, dat is ook de charme.
Elke sessie is een snelle stortvloed van chaos; je probeert te groeien, te overleven, en iedereen te slim af te zijn voordat je worm letterlijk implodeert door z’n eigen lengte. Het leaderboard werkt verslavend: zie jezelf steeds hoger klimmen, terwijl je ‘nadeel’ (lees: je eigen staart) voortdurend in de weg zit. Wie had ooit gedacht dat wormen zo competitief konden zijn?