Oké, dus je hebt een pinguïn genaamd Larry. Niet zomaar een pinguïn, maar eentje met de grote droom om te vliegen. Serieus, wie had ooit gedacht dat een pinguïn zo ambitieus kon zijn? In Learn to Fly Idle help je dus deze kleine held zijn vleugels te ontwikkelen, of nou ja, vooral z’n raketten, lanceerplatforms en gadgets die ‘ie nodig heeft om eindelijk die lucht in te knallen. Spoiler: vliegen is niet zijn natuurlijke talent, maar hé, met genoeg upgrades kan zelfs een pinguïn een vogel worden. Of zoiets.
Het spel draait om dat heerlijke idle-mechanisme waar je eigenlijk alleen maar hoeft te klikken op wat upgrades, je daarna lekker kan chillen, en Larry zelf het vliegwerk laat doen. Coins verzamelen terwijl je niet eens speelt? Ja, dat is de droom van elke procrastinator. Het is alsof je je huiswerk laat maken door een robot, maar dan zonder schuldgevoel. Die coins spendeer je vervolgens aan betere raketten, snellere lanceerplatforms en allerlei flight-enhancers die ervoor zorgen dat Larry steeds verder de lucht in schiet. Serieus, de progressie is zo lekker incremental dat je bijna vergeet dat je eigenlijk gewoon zit te wachten tot je volgende boost klaar is.
Wat echt leuk is, is dat Larry niet alleen maar de lucht in springt en dan klaar is; er zijn ook uitdagingen en bazen die je moet verslaan. Ja, een pinguïn versus bazen—dat klinkt als het begin van een slechte grap, maar hier werkt het verrassend goed. De eerste keer dat Larry tegen zo'n baas aanvloog, voelde het alsof mijn toetsenbord bijna uit het raam vloog omdat ik te laat reageerde op die ontwijk-momenten. En dan dat gevoel van “yes, gelukt!” als je een nieuwe mijlpaal haalt... pure game-juice.
De bediening is lekker simpel: je klikt, koopt upgrades, en kijkt hoe Larry steeds spectaculairder de lucht in schiet. Het is alsof je een super relaxte baas bent die zijn werknemer (Larry dus) ziet knallen zonder zelf te hoeven zweten. Oftewel, ideaal voor wie af en toe snel wat luchtige fun zoekt of gewoon een virtueel zooitje wil runnen zonder stress. En eerlijk, wie wil er nou niet dat zijn pinguïn eindelijk eens OP gaat?