Stel je voor: een razend vuur dat gebouwen opslokt alsof het je oude sokken zijn welkom bij Inferno Meltdown, de game waarin je brandweerman bent, maar dan zonder de saaie koffiepauzes. Je missie? Het blussen van vlammen die sneller lijken te dansen dan jij op een vrijdagavond. Serieus, het vuur hier is zo onvoorspelbaar dat je eerder een vulkaanuitbarsting zou voorspellen dan wanneer die ene deur nu écht veilig is om binnen te stormen.
Het gevechtssysteem tegen het vuur is eigenlijk best vet je rent van gebouw naar gebouw met je brandslang als een rockster met z’n gitaar, maar dan zonder de crowds die je toejuichen. En geloof me, die vlammen zijn geen fan van gezang, dus je moet snel en precies te werk gaan. Tussendoor kun je ook nog bonusmunten verzamelen, die lijken misschien klein, maar die zijn jouw ticket naar upgrades die je gear een flinke buff geven. Want wie wil nou een brandslang die voelt alsof je met een tuinslang gaat sproeien? Precies.
En dan hebben we natuurlijk het progressiesysteem, of zoals ik het noem: de ultieme “never stop upgrading”-ride. Verbeter je uitrusting tussen de levels door, zodat je de volgende brand nog sneller, slimmer en laten we eerlijk zijn met iets meer swag kunt aanpakken. Ik probeerde het blussen onder de knie te krijgen, en eindigde met een chaos die zelfs MasterChef jaloers zou maken, maar hé, oefening baart kunst. Of tenminste, dat hoop ik.
Oh, en weet je nog die keren dat je haast had en alles tegelijk moest doen? Nou, hier is het niet anders. Terwijl je je best doet om het vuur te doven, druk je ook op zoek naar die shiny munten die overal lijken te liggen, als een soort vlammen-vriendelijke versie van Pac-Man. Wie had gedacht dat blussen zo’n adrenalinekick kon geven? Eindbaasbrand in de volgende arena? Laten we zeggen dat mijn toetsenbord bijna van tafel vloog toen ik besefte dat ik op het laatste moment moest springen GG, vuur, GG.