Oké, stel je voor: jij bent een zee-schildpad ja, zo eentje met een schild dat bijna net zo dik is als je geduld tijdens een online rage-quit. In Deep Blue Turtle duik je met volle vaart de oceaan in, waar je niet alleen lekker visjes kan happen (hallo, snacks op z’n best), maar ook allerlei gevaren te lijf moet gaan. Denk aan scherpe rotsen, nieuwsgierige haaien die je niet als huisdier willen, en andere obstakels die je zwemtijd toch net iets uitdagender maken.
Het gevechtssysteem is verrassend simpel, wat fijn is, want je bent tenslotte een schildpad en geen ninja. Je ontwijkt vooral vijanden met wat behendige sprongen en slimme zwemslagen net als wanneer je probeert te ontsnappen aan die ene collega die je altijd de koffie laat halen. En ja, dat zwemmen in de diepte voelt echt als een mini-avontuur; soms is het alsof je in een oceaan van pixels zwemt die je constant uitdagen om nét dat ene visje te pakken, zonder zelf als lunch te eindigen.
Wat ik vooral top vond, is het verzamelen van vis. Het voelt bijna als een sous-chef die ingrediënten bij elkaar zoekt voor een meesterwerk, alleen dat het hier gaat om het verzamelen van kleurrijke visjes die je punten opleveren. Ik probeerde het craften onder de knie te krijgen, en het eindigde in een puinhoop die MasterChef waardig is maar goed, hier staat verzamelen echt centraal en dat is genoeg om je steeds weer terug te laten komen.
En dan die diverse spelmodi! Solo is prima, maar de multiplayer brengt de echte chaos jij tegen je vrienden in een race om wie de ultieme oceaan-koning(in) wordt. Wie had gedacht dat een schildpad zo competatief kon zijn? Eerste keer die onderwaterarena betreden? Laten we zeggen dat mijn toetsenbord bijna uit het raam vloog toen ik op het nippertje uitweek voor een haai. GG, maar ook een beetje WTF.
Al met al is Deep Blue Turtle een kleurrijke, charmante mix van relaxte zwemsessies en spannende ontsnappingen. Perfect voor iedereen die wel eens wil weten hoe het is om door een digitale oceaan te cruisen zonder natte sokken.