Oké, dus je denkt dat je snel bent? Temple Run 2: Jungle Fall daagt je uit om het ultieme sprintertje te worden in een jungle waar elke stap voelt als een aflevering van een survivalserie zonder pauzes. Dit is geen saaie wandeling in het park; hier ren je voor je leven, gevolgd door een mythisch beest dat duidelijk z’n tempo niet wil minderen. Serieus, wie heeft dit getest? Ik probeerde het craften van mijn timing onder de knie te krijgen, en het eindigde in een puinhoop die MasterChef waardig is.
Het gevechtssysteem is eigenlijk gewoon je reflexen en vingers op volle toeren laten draaien. Je veegt naar links of rechts om scherp te sturen, swipet omhoog om over die infernale boomstronken te springen en omlaag om onder lage takken door te duiken en geloof me, die timing is crucialer dan het vinden van de afstandsbediening op zondagmiddag. Dan is er ook nog het kantelen van je apparaat, waarmee je coins verzamelt alsof je een schatzoeker bent die z’n GPS is verloren.
Wat echt OP is? De power-ups natuurlijk. Wie wil er nou niet een magneet die coins als een bezetene aantrekt, of een schild dat je even onoverwinnelijk maakt? En die speed boosts... oh boy, die geven je dat ik ben onverslaanbaar gevoel tot je natuurlijk weer keihard tegen een rots knalt. Het beste deel? Je kunt verschillende personages vrijspelen en hun skills upgraden, waardoor je niet alleen maar diezelfde oude renner bent, maar een soort jungle ninja met een persoonlijk tintje. GG, toch?
En laten we eerlijk zijn, de spanning van steeds verder rennen in deze prachtig gemaakte jungle zorgt voor dat “één potje nog” effect. Je weet wel, dat moment waarop je toetsenbord bijna uit het raam vliegt omdat je net die sprong mist. Kortom, Temple Run 2: Jungle Fall is een heerlijke mix van avontuur, snelheid en chaos waar zelfs de meest doorgewinterde runner nog zweetdruppels van krijgt. Dus zet je ren-schoenen klaar, want deze jungle laat geen pauzes toe!